Skip to content

EUTR, CE & More

We zijn EUTR-conform, onze producten zijn CE4-gemarkeerd en FSC-gecertificeerd. Maar wat houdt dat precies in? ….

 CE

CE (ConformitéEuropéenne) is Europese wetgeving. In het geval van platen op houtbasis is dit beschreven in de CPR (Construction Products Regulation). De reikwijdte van de CPR is “producten voor gebouwen en bruggen” en omvat dus ook bouwproducten die een permanent onderdeel zijn van een gebouw of brug.

Dit betekent dat producten die een tijdelijke functie hebben of producten die geen vast onderdeel zijn van een gebouw of brug niet onder de CPR vallen. Voorbeelden hiervan zijn multiplex gebruikt in betonbekisting, hout voor meubels, niet-dragende vloeren, panelen gebruikt in bussen en treinen, etc.

Voor een groot aantal bouwproducten zijn Europese geharmoniseerde normen vastgesteld. Het doel van CE is om een gestandaardiseerde manier te bieden om verschillende producten te vergelijken om vrije en eerlijke handel na te streven. Als het ware appels met appels kunnen vergelijken. Onderdeel daarvan is de manier waarop dit gedeclareerd moet worden, de zogenaamde DoP (daarover zometeen meer). 

Afhankelijk van het type product of productgroep en de beoogde toepassingen, definieert een product(groep)norm welke onderwerpen of kenmerken van belang (kunnen) zijn bij de toepassing van deze producten in de bouw van gebouwen en bruggen. Testnormen bepalen vervolgens hoe deze eigenschappen moeten worden bepaald.

De producent toetst het product aan de hand van de keuringsnormen en verklaart de eigenschappen van het product door middel van de DoP. Doordat de wijze van toetsing en het declaratieformaat vastliggen, kan men verschillende DoP’s naast elkaar vergelijken en daar een conclusie uit trekken.

CE-systemen.

De EU heeft bepaald dat naarmate de toepassing van een product kritischer wordt in de zin van veiligheid, er meer toezicht moet komen op het tot stand komen van de DoP.

Hiervoor zijn 6 systemen gecreëerd, systemen 4, 3, 2, 2+, 1 en 1+. systeem 4 vereist het minste toezicht en systeem 1+ het meeste. Binnen de categorie houtgebaseerde panelen komen systeem 4, 2+ en 1 het meest voor.

Systeem 4: laag risico. De DoP-waarden hebben weinig of geen invloed op de sterkte van een gebouw of brug en de reactie op brand van het product is standaard. Voorbeelden hiervan zijn wandbekleding, boeiboorden en deurpanelen.

Systeem 2+: DoP-waarden zijn van invloed op de berekening van de sterkte van een gebouw of brug. Voorbeelden hiervan zijn dragende vloer- en dakpanelen (underlayment).

Systeem 1: De DoP-waarden zijn van invloed op de berekening van het brandgedrag van een gebouw of een brug. Voorbeelden hiervan zijn producten waarvan de fabrikant een brandvertragende functie claimt, een reactie op brand die afwijkt van de standaardwaarden die zijn vastgesteld voor verschillende plaatmaterialen op houtbasis. Voorbeelden hiervan zijn brandvertragend multiplex.

Externe verificatie en certificaat.

De geharmoniseerde norm specificeert de minimale componenten van het productiecontrolesysteem en volgens welke testnormen de producteigenschappen door de producent moeten worden bepaald. De certificerende instelling controleert de uitvoering van het door de producent zelf opgezette productiecontrolesysteem.

CE-certificering : Een CE-certificaat geeft aan dat de aangemelde instantie (certificatie-instelling) verklaart dat het productiecontrolesysteem van de producent voldoet aan de overeenkomstige geharmoniseerde norm. Het certificaat identificeert het product waarop het certificaat betrekking heeft, maar certificeert het product zelf NIET. CE-certificering is geen productcertificering; het certificeert het productiecontrolesysteem van de producent.

 Systeem 4 heeft geen externe controle en geen certificaat.

Systeem 2+ omvat twee keer per jaar een audit, waarbij de fabrikant wordt gecontroleerd op de juiste implementatie van zijn eigen productiecontrolesysteem, inclusief de juiste uitvoering van testprocedures. De testresultaten worden NIET geverifieerd door de certificerende instelling. De certificerende instelling geeft een certificaat af.

Systeem 1 omvat het testen van een specifieke eigenschap van het product (reactie op brand). Deze testen moeten worden uitgevoerd door een gekwalificeerd testinstituut, onder toezicht van de Notified Body. Vervolgens richt de certificatie-instelling zich in de daaropvolgende jaren op het controleren van het productiecontrolesysteem van het bedrijf om ervoor te zorgen dat de procedures en recepten niet afwijken van de oorspronkelijke situatie waarmee het geteste product is gemaakt. De audit wordt twee keer per jaar uitgevoerd. De testresultaten worden NIET periodiek geverifieerd door de certificerende instelling. De certificerende instelling geeft een certificaat af.

DoP

De DoP (Declaration of Performance) is het overeengekomen formaat waarmee productkenmerken binnen de EU moeten worden gecommuniceerd. De DoP is altijd de eigen verklaring van de fabrikant. Altijd . De fabrikant is verantwoordelijk voor de waarden die in de DoP worden vermeld, samen met het bedrijf dat het product voor het eerst op de Europese markt brengt. Zoals hierboven uitgelegd, worden de waarden van een DoP NIET geverifieerd door een certificatie-instelling.

Geharmoniseerde Europese normen geven aan welke producteigenschappen gedeclareerd mogen worden en welke verplicht zijn. 

Productkwaliteit:

Of de productkwaliteit voldoet, hangt af van de eisen die de eindconsument aan het product stelt. Deze eisen kunnen esthetisch zijn, eisen aan productconstructie, maatvastheid etc. Specifieke toepassingen leiden tot specifieke eisen. Waar de kwaliteit van het dekfineer van multiplexplaat erg belangrijk is voor bijvoorbeeld boeiboorden en meubels, is het veel minder belangrijk voor underlayment. Daarom kan een hoogwaardige ondervloer totaal ongeschikt en “lelijk” zijn voor het maken van meubels, terwijl een heel “mooi” meubelpaneel niet als ondervloer kan dienen.

Kwaliteit is daarmee direct gekoppeld aan de beoogde toepassing. Binnen CE is gedefinieerd WAT en HOE minimaal van een product moet worden verklaard, maar het geeft niet aan of het product al dan niet zal voldoen aan de verwachtingen van de eindgebruiker.

Kwaliteit is dus iets dat met de producent of leverancier moet worden afgesproken, uitgaande van de verwachtingen van de eindgebruiker en de mogelijkheden van de producent.

Dit kan door een productkwaliteitscertificaat aan te vragen. Een productkwaliteitscertificaat is gebaseerd op een norm die doorgaans een aantal categorieën definieert op basis van specifieke kenmerken, zoals productsamenstelling, mooi/lelijk, recht/gewelfd, ruw/glad etc. Het certificaat wordt afgegeven door een certificerende instelling op basis van de betreffende norm en vaak een vast aantal keuringen per jaar. De focus van de certificatie-instelling ligt zowel op de productkwaliteit als op de kwaliteitsborging in het productieproces. Vaak maakt verificatie van de productkwaliteit deel uit van de certificeringseisen. Dit maakt productkwaliteitscertificering wezenlijk anders dan CE-certificering.

Tegelijkertijd heeft de EU bepaald dat in (nationale) productkwaliteitsnormen niets mag worden gezegd over producteigenschappen die volgens Europese geharmoniseerde normen in de DoP moeten (kunnen) worden vermeld. Bij multiplex is dit bijvoorbeeld het geval met de buigsterkte van de plaat. Dit betekent dat de buigsterkte van triplex altijd de eigen verklaring van de producent zal zijn en nooit verplicht en onafhankelijk geverifieerd zal worden door een certificatie-instelling.

In Nederland zijn Manybuilding producten vertegenwoordigd in een KOMO productkwaliteitsnorm, genaamd BRL (beoordelingsrichtlijn). BRL’s zijn gratis te downloaden van de website van Stichting KOMO (www.komo.nl).

EUTR en Legaliteit

Binnen de EU bestaat wetgeving die tot doel heeft alle illegale producten op houtbasis buiten Europa te houden. De EUTR (Europese Houtverordening) vereist dat alle houtproducten die van buiten Europa komen, traceerbaar zijn, waaruit blijkt dat ze zijn geïmporteerd met de verplichte papieren uit het land van herkomst. Dit verplicht elk importerend bedrijf om een risicobeoordelingsprocedure (DDS) op te zetten die de oorsprong van het product grondig onderzoekt en documenteert.

De risico-inventarisatie en onderbouwing moeten continu worden bijgehouden en de documentatie moet op verzoek van de overheid beschikbaar worden gesteld. De overheid controleert deze wetgeving.

Er is geen “EUTR-certificaat”.

De gehele toeleveringsketen na invoer (binnen de EU) is verplicht om desgevraagd informatie over de aankoop van producten aan de autoriteiten te verstrekken. Op basis van deze informatie kan de overheidsinstantie uiteindelijk bij de importeur van het product komen en de verificatie van de DDS uitvoeren. De importeur is NIET verplicht om de DDS en bijbehorende documentatie met klanten te delen.

Duurzaamheid

Duurzaamheid zegt iets over de herkomst van het hout en specifiek over hoe de bossen en/of plantages waarvan het hout afkomstig is, worden beheerd.

Door een combinatie van de certificering van bosbeheer en de daaropvolgende handelsstroom (Chain of Custody,CoC) wordt beoogd het bos of bosaanplantgebied, de ecologische diversiteit en de sociale omstandigheden van de betrokkenen te behouden (verbeteren).

FSC® en PEFC zijn de bekendste binnen deze categorie certificatiesystemen. In grote lijnen delen zij dezelfde doelstellingen, alleen de wijze waarop de doelstellingen worden nagestreefd verschilt op een aantal punten. Link naar ons FSC® certificaat.

Beide certificeringssystemen hebben aanvullende eisen aan hun certificeringsnormen toegevoegd, zodat gecertificeerde producten in principe EUTR-conform zijn. Dit betekent niet dat alle producten van een gecertificeerd bedrijf ook daadwerkelijk voldoen aan de EUTR en dit betekent niet dat importeurs zijn vrijgesteld van het hebben/uitvoeren van een DDS. Voor de importeur is het echter een risicoverlagende factor binnen zijn/haar DDS.

Translate »